spinners

Aan het ontwerp van de spinner valt weinig te verbeteren. De eventuele keuzes (al dan niet ter verbetering) in de herziening van het concept spinner, zitten dan ook in de details. Keuzes voor o.a. het soort ruitertje, het RVS staaldraad, vorm van het spinnerblad en, misschien wel het belangrijkste onderdeel, de haak.



Voor mijn (ultra)lichte spinvisserij maak ik spinners met aandacht voor de volgende details:


  • Kwaliteitsbladen in indiana (slank) en colorado (ronde uitvoering). Hamerslag in messing en nikkelzilver, aangevuld met bladen met een 'parelmoer' coating, vormen de basis qua kleur en uitvoering. 
  • Krimpkous om de wikkeling van het oog voor een gladde afwerking (ter voorkoming van het haken/beschadigen van de lijn achter de wikkeling).
  • Combinatie van een messing kraaltje (of zeer glad afgewerkt kunststof kraal), en ruitertje (géén gevouwen!) voor minimale wrijving. Een tweede kraaltje ‘boven’ het ruitertje (zoals ik ze wel eens tegenkom) is uiteraard overbodig, en zou enkel voor extra wrijving zorgen.
  • Een passende haak: ruime bocht, licht en dun van draad, de punt 'offset' en vlijmscherp. Deze eigenschappen van de gebruikte Mustad haak bevorderen de inhaking. De haak is dun van draad maar sterk. De sterkte zit in de veerkracht. Uitbuigen van deze haak kan uiteraard niet omdat de haak altijd sterker is dan de zwakste schakel in de keten van (ultra)lichte spinhengel, dunne nylon en de stand van de molenslip.
  • De haak is bij voorkeur middels een splitring aan de spinner-as verbonden (wanneer de grootte van het haak oog dit toelaat). Hierdoor kan de haak vrijer bewegen dan dit het geval is wanneer de haak direct aan de as wordt bevestigd. Het vrijer bewegen van de haak zorgt m.i. voor minder 'hefboomwerking' tijdens aanbeet en dril en daardoor voor minder missers.
  • Keuze wel of geen vlieg, of flaptail.

Een vlieg op de haak gebonden kan erg mooi zijn. De functionaliteit ervan is echter gering. Een uitzondering betreft misschien het vissen met erg kleine (baars) spinners, waarbij de vlieg mogelijk een extra aantrekkingskracht heeft op de baars. Een vlieg kan ook helpen om een bepaalde kleurstelling van een (kleine) spinner te realiseren. 

Klein en zwart, Indiana blad #2 (22 mm)

Hoewel de vlieg achter een spinner voor een sierlijk ogend geheel kan zorgen, laat ik dit fraais op de (iets) grotere spinners achterwege. Een rood flaptailtje heeft dan wel de voorkeur, als een soort extra verleider, maar meer nog vanuit het stabiliserend effect op de spinner(beperkt het kinken enigszins). En ik laat de vlieg achterwege vanuit de overtuiging dat een kale ‘offset’ haak veel beter haakt in de bek van een snoek.

off-set haak, colorado deep cup # 3 (25 mm)

De functionaliteit van de vlieg achter een spinner is mijn ogen dus gering. Het ‘antiwier’ effect is slechts zeer beperkt. Om een echt wier-bestendige vlieg te binden zijn vrij lange en stijve hackles noodzakelijk, welke juist weer een ongewenst draaiende werking kunnen uitoefenen op de gehele spinner combinatie tijdens het binnenvissen. Bovendien, vóór dat de haak het wier te pakken heeft, zal het ruitertje vaak al vastgelopen zijn, in juist hetzelfde wier.


colorado blad # 3 (25 mm), kleur pearl, een echte snoek spinner