visser


Van jongs af aan ben ik met de hengelsport opgegroeid. En met allerlei andere buiten zaken, zoals ljipaaisykjen, het aanleggen van een eier-verzameling, zwerven door de weilanden met de polsstok. Het vissen is ervan overgebleven, hoewel mijn benadering van de hengelsport ook nog steeds al die andere ‘buitenzaken’ in essentie met zich verenigt.

Het begon met de vaste hengel, aanvankelijk een bamboehengel. Of eigenlijk daarvoor al met een simpele stok, custom made, met het zakmes uit een boom gesneden. Aan deze stok een stuk draad. En aan het uiteinde van die draad een worm, vastgezet met een simpele platte knoop. Zo vingen we (zonder haak) op zicht stekelbaarsjes.

Al vroeg ook leerde ik van mijn vader de kunst van het spinneren, een manier van snoeken die in die tijd in Noord Friesland eigenlijk nog niet zo gewoon was. Het leverde nogal eens commentaar op van medevissers en toeschouwers, zoals stellige overtuigingen dat er met die "blinkers" niks te vangen was. Soms ook ongelovige blikken als er wel vis gehaakt werd, en een enkele keer zelfs verwensingen en ander gedoe wanneer de snoek dan ook nog eens werd teruggezet na de vangst...En wij jongens vonden het prachtig, strûnen met een werphengel, de plotselinge aanbeet van een snoek, de vis in het net...Vissen was mooi, maar snoeken was het echte werk! En snoeken deed je met een spinner. Aanvankelijk met een volglas werphengel. Later, ik denk op mijn twaalfde verjaardag, kwam er een geschiktere hengel. Een holglas Lavis, met kurken greep, reelringen en HC oogjes. Dit was een prachtig buigende hengel, die zowel als vlokhengel en als spinhengel jarenlang dienst deed. Deze hengel heb ik echt versleten en is nog steeds in mijn bezit, zij het als kale blank. Doel is om 'm ooit weer eens in oorspronkelijke glorie terug te brengen.

In diezelfde tijd kreeg ik ook steeds meer aandacht voor de visboeken en de jaargangen 'Vissport' die thuis in de boekenkast stonden. Vooral Schreiner sprak tot de verbeelding door de prachtige artikelen in de Vissport. Ook de (qua tekst opvallende) advertenties over "echte hengels" waren tige nijsgjirrig. Nog steeds vind ik de Vissport het lezen waard. Zowel de artikelen, maar ook allerlei andere zaken, die nu (30 tot 40 jaar na dato) een prachtig inzicht geven in de visserij van destijds. Soms gedateerd, maar vaak ook tijdloos. Soms speciaal, zoals een ingezonden brief van mijn vader. Maar bijna altijd stijlvol, interessant, grappig of gedurfd. Zelfs de advertenties, niet in de laatste plaats die van Schreiner. Aanschaf van al dat mooie geadverteerde hengelmateriaal lag toen niet binnen de mogelijkheden. Dat lag buiten de grenzen van mijn wereld in die tijd. De verbeelding liet zich echter niet beperken, en werd gevoed door ervaringen vanaf de waterkant en door het lezen van alles wat maar los en vast zat.

Sommige van die artikelen verhaalden over vliegvissen, en dat gaf uiteindelijk aanleiding tot een periode van vooral vliegvissen in de Noordelijke provincies: struinen met de droge vlieg langs Hunze en Drentse A, baars op het Schildmeer, dikke ruisvoorns in de polders rond Schildwolde, wadend vissen op winde langs het IJsselmeer, met de streamer op snoek in de Friese polder, fint bij de spuisluizen, voorn aan de andere kant van diezelfde dijk enz.

Echter, oude liefde roest niet. Er kwam weer een soort ommekeer. Misschien wel bezinning, terug naar de basis: met een vaste hengel op brasem, een pennetje op karper, en natuurlijk het spinneren (wat nooit helemaal uit beeld was verdwenen). En nu, nadat het zakgeld had plaatsgemaakt voor salaris en er ondertussen naast de fiets ook een auto stond, nu waren die echte hengels en die ene speciaalzaak in Amsterdam wel binnen bereik. En al mijn verwachtingen werden waargemaakt. Wat een gewaarwording, wat een charme, wat een genot, zo’n diep doorbuigende hengel…





Maar toch, het is en blijft materiaal. De waarde ervan is betrekkelijk. Zelfs de meest dure, vernieuwende, aller-lichtste enz. enz. hengel blijft een waardeloze stok wanneer deze niet tot leven komt aan de waterkant. Pas aan de waterkant komt het materiaal tot leven, en kan de hengel zijn verhaal gaan schrijven. Zoals die ene stok uit de wilgenboom, de enige echte hengel, voor stekelbaars welteverstaan...

visser