zondag 13 november 2011

Meer dan Vissen

Vissen is iets moois. Een wezenlijk onderdeel van het bestaan. Waarom dit zo is, valt moeilijk uit te leggen. De lezer die zelf wel eens te vissen gaat zal het wel begrijpen, heeft aan een half woord voldoende. Maar probeer het maar eens aan een buitenstaander duidelijk te maken. Het is haast een onmogelijke opgave.

Een nauwelijks te bedwingen drang om erop uit te gaan. Vissen, de kop in de wind en kou, op pad voor dag en dauw. Met het zicht op de einder gaat de blik nog verder, oneindig en onbegrensd. Het gemoed hoopvol gestemd. Vol verwachting van wat komen gaat, vol van verlangen.

Zicht achteruit, een paar dagen alleen in Denemarken op de zeeforel 
is een geschenk, een vooruitzicht dat het wachten meer dan waard is

Helaas kan lang niet altijd aan die behoefte worden toegegeven. Prioriteiten zijn er om gesteld te worden. Tijd is er om toebedeeld te worden, aan de keuzes die voorrang krijgen. Misschien ook wel prima zo, want wat resteert biedt ruimte. En al is die ruimte soms maar een smalle marge, langs de waterkant is er dan ineens de speling en respijt. Wat dan overblijft, kent geen tijd.

Gelukkig kent de hengelsport vele kanten, en deze veelzijdigheid biedt perspectief wanneer de gang naar de polder niet mogelijk is. Facetten van de visserij die bovendien ook erg leuk en nuttig kunnen zijn. Weer eens een hengel bouwen tijdens de lange donkere avonden, of lezen over de hengelsport, schrijven, of gewoon mijn gedachten laten gaan. En dat mijmeren dat kan bijna altijd en overal, even tussendoor of onderweg in de auto wanneer elk interessant watertje automatisch mijn aandacht trekt en op nieuwe mogelijkheden wordt geschat.

En altijd zijn er de vragen. Kan het ook anders? Kan het ook beter? Moet het dan beter, is beter dan goed wel zo nodig? De antwoorden zijn niet zo belangrijk. Het beste dit of de beste dat bestaat misschien wel niet, of is volgend jaar alweer achterhaald... Wellicht van belang voor mensen die iets te verkondigen hebben, of iets willen verkopen. Het gaat mij om het zoeken, om het bezig zijn. Om doende te zijn met al die verschillende dimensies binnen de hengelsport. Zaken die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, maar die ook op zichzelf er toe doen. Ze vullen het arsenaal aan, en voeden de geest. Soms is het een herkauwen van wat allang bekend is, dan weer is het proeven van nieuwe smaken en ruiken aan nieuwe ideeën. Dikwijls is het ook een noodzakelijk kwaad, om een langere periode van onthouding te overbruggen; de honger stillen door te teren op oude ervaringen. De honger van de smaak van meer.

Eén van de aspecten van de hengelsport die bijvoorbeeld in de vrije avonduren soelaas biedt om toch bezig te zijn met het vissen, is het zelf maken van spinners. Zelf bouwen van spinners is niet moeilijk, en geeft de mogelijkheid om geheel naar eigen wens en inzicht het kunstaas te fabriceren. Het is tevens een relatief goedkope bezigheid. Een kleine investering maakt dat je tegen een lage kostprijs over desnoods zeer veel stuks kunstaas en zeer verschillende maatvoeringen kunt beschikken. En het mooiste komt natuurlijk nog, langs de waterkant, wanneer een snoek of baars aan de eigenbouw spinner wordt gevangen.

Spinners bouwen is dus niet moeilijk. Het vergt wat oefening om de ogen aan het uiteinde van de staaldraad (de spinner-as) te ‘zetten’, en het vergt wat ervaring om o.a. te kunnen schatten op welke lengtes je de het meest efficiënt staaldraad knipt en ombuigt t.b.v. van bijvoorbeeld een sluiting met een open oog. Dit leert natuurlijk het gemakkelijkst door het van iemand af te kijken, maar ook met behulp van internet is binnen een uurtje wel duidelijk hoe een en ander in zijn werk gaat en kan er al geëxperimenteerd worden. Op internet zijn diverse sites te vinden waarop stap voor stap uitgelegd en getoond wordt hoe het basisontwerp van een spinner tot stand komt, en hoe vooral een oog wordt opgezet. Ik zal dat hier dan niet ook nog eens doen, maar verwijs daarvoor graag naar de volgende site: http://www.lurebuilding.nl/nedspinnerbouw.html

Na enige oefening (aan de hand van de voorbeelden)met het maken van de oogjes aan de spinner-as, en met het maken van de sluiting kan al begonnen worden met het daadwerkelijk bouwen van de eigen spinner. Natuurlijk zijn daarvoor wel een aantal materialen nodig die minimaal aanwezig moeten zijn. Vanzelfsprekend zijn dat: spinnerbladen, staaldraad voor de spinner-as (verenstaal,RVS), ruitertjes (de verbinding tussen spinnerblad en spinner-as), kleine kraaltjes waarop het ruitertje zal draaien (messing of glad afgewerkte kunststof kralen), materiaal om de body van de spinner te maken (zacht plastic tube materiaal/isolatiekous) en tevens de borging van de sluiting van het zogenoemde open oog, en tot slot natuurlijk de haken (dun van draad, offset, ruim van bocht). Denk bij haken aan de zeevishoek, het soort haken dat bedoeld is voor zacht aas zoals schelpdieren. Optioneel zijn krimpkous, splitringen, en materialen om de haak te versieren (bindmateriaal voor vliegen, flaptail, wol etc.).

assorti haken, tubemateriaal etc., verenstaal

BOGGS, Voor nette wikkelingen of grotere aantallen...

Aan gereedschap is een drietal kleine tangen voldoende: een tangetje om het staaldraad goed te kunnen knippen, een rondbek tang voor het buigen van het staaldraad t.b.v. de ogen en sluitingen, en de derde is een puntbek tangetje. 

Grip op de zaak


Deze laatste komt van pas voor eventueel knijpwerk of om bijvoorbeeld een oog recht te zetten. Er zijn talloze variaties aan te brengen in de details van een spinner, elk weer met een eigen eindresultaat. Ze zijn allemaal even goed en geven een persoonlijk tintje aan het eindproduct. Een spinner-as kan bijvoorbeeld aan de onderzijde met een gesloten oog afgewerkt worden. Dat biedt de mogelijkheid om bijvoorbeeld de body m.b.v. (gekleurde) kralen, hard plastic tube materiaal, of verzwaring op te bouwen. De onverzwaarde spinners die ik zelf maak krijgen een open oog aan de onderzijde, en een stukje zacht plastic tube materiaal om de ruimte op de as op te vullen en om de sluiting te borgen.

Globaal zou de werkwijze en de opbouw er zo kunnen uit zien:

Allereerst wordt een stuk verenstaal geknipt. Een lengte van ongeveer 15 tot 20 cm is in principe wel voldoende, maar is natuurlijk ook afhankelijk van het soort spinner. Handig is het wel om bij de eerste pogingen het staaldraad niet te kort te houden. Aan één zijde van het stukje verenstaal wordt een oog opgezet, gewikkeld, en het restje kort afgeknipt. Dit oog, dat de bovenzijde van de spinner zal zijn, biedt nu houvast zodat met de andere hand het resterende draad gestrekt kan worden. Vervolgens schuif ik een stukje krimpkous op de as om de wikkeling af te dekken (kan eventueel ook als allerlaatste over het oog zelf worden geschoven, afhankelijk van de diameter van het oog en die van de krimpkous). Daarna gaat het ruitertje op de as (uiteraard nadat er eerst een spinnerblad aan het ruitertje is gehangen, met de bolle zijde van het spinnerblad richting oog). Vervolgens het kraaltje en tot slot het stukje tube materiaal. De lengte van het stukje tube is zodanig dat de onderzijde van de het spinnerblad zo ongeveer ter hoogte van het onderste oog zal hangen (het open oog dat nu gezet kan worden). De gewenste lengte van het stukje tubemateriaal zal meestal ongeveer gelijk zijn aan de lengte tussen onderzijde spinnerblad en het geboorde gaatje aan de bovenzijde van het spinnerblad. Nu wordt het open oog opgezet. Dat kan op verschillende hoogtes van de spinner-as. Ik kies de plek van de ronding in de spinner-as zodanig dat ik slechts met enige moeite de sluiting met het stukje plastic tube kan borgen. De zacht plastic tube geeft enigszins mee wanneer ik dit met duim en wijsvinger richting bovenzijde opduw, waarna ik pas de tube over de sluiting kan schuiven (de sluiting die ik dan met de andere duim en wijsvinger gesloten houd). Wanneer het plastic zeer nauw passend is (qua binnen diameter), helpt het om deze al draaiend over de sluiting te schuiven om zo te voorkomen dat het uiteinde van de staaldraad door het plastic heen zal prikken. Dit uiteinde is overigens op een lengte geknipt dat het puntje net niet door het plastic buisje heen zal komen. Houdt er bij die laatste handeling verder rekening mee dat wanneer er op het bovenste oog  het krimpkous reeds  is verwarmd, dat hier dan minder speling overblijft.

Op deze wijze zet de sluiting van de spinner zich klemvast d.m.v. de eenvoudige veer constructie van het open oog, terwijl er toch de mogelijkheid is om een haak te monteren of te verwisselen, maar zonder dat het gevaar bestaat dat het plastic tijdens het vissen te gemakkelijk omhoog schuift en de veer open springt. 

IJzerwaren

De spinner is nu klaar, op de haak na. Uiteraard kan voor de laatste stap met het plastic tube materiaal eerst de haak in het open oog worden bevestigd. Zelf heb ik een voorkeur voor de montage van een splitring wanneer dit mogelijk is (afhankelijk van de dikte van de draad van splitring en haakoog). Ik geloof dat de vrijere ‘ophanging’ van de haak voor een beter inhaking zorgt en eventuele hefboomwerking tijdens aanbeet en dril vermindert of voorkomt. Of dit echt zo is weet ik natuurlijk niet zeker. In ieder geval levert de combinatie splitring met de gekozen haak mij op dat eigenlijk elke aanbeet wordt verzilverd, iets dat vóór dat ik dit detail toepaste niet het geval was.

het eindresultaat

Al met al kent de spinner een eenvoudig ontwerp, een ontwerp waarvan de constructie beslist niet moeilijk is. Misschien is het proces hierboven moeilijker of abstracter omschreven dan nodig is, maar ik denk dat wanneer iemand zelf aan de slag gaat een aantal zaken wel herkenbaar zullen zijn en op hun plek zullen vallen. Minder makkelijk dan het leren spinners maken, was om aan de juiste materialen te komen. Zeker bij mij in de buurt, en ook bij Nederlandse webwinkels, vond ik niet de ruime keuze die ik zocht. Ook was het aanvankelijk lastig om te bepalen welke maatvoering ik van de verschillende materialen nodig had. Het nodige uitzoekwerk en enkele bestellingen in het buitenland brachten uitkomst. Een relatief kleine investering die zich terugbetaalt in een ruime voorraad aan materialen en natuurlijk spinners tegen geringe kostprijs. Voor hen die zich ook op dit pad willen begeven volgt hier nog een klein overzicht met materialen en de maatvoering. Een lijstje dat een eventuele bestelling vereenvoudigt. De hieronder genoemde materialen zijn geschikt voor het ultralichte en het lichte spinneren, zo ongeveer het spectrum van 2 t/m 6 á 8 gram.
  • Staaldraad (wire).020” (plusmin 50/00), eventueel kan iets zwaarder worden gekozen: .024”, (60/00)
  •  Spinnerbladen, Indiana (blades) # 1 (18 mm) #2 (21 mm), #3 (25 mm), #4 (29 mm), #5 (33 mm).  Colorado blades lopen min of meer gelijk qua maatvoering in de lengte, maar hebben meer weerstand in het water en kunnen dus respectievelijk een maatje kleiner gekozen worden dan de Indiana’s bij gebruik op hengels met eenzelfde vermogen.
  •  Ruitertjes (clevises): maat 1 en 2 (de ‘gevouwen’ soort is minder geschikt!)
  • Messing kralen (solid brass beads): maat 00 of 01
  • Plastic kralen: 2 en 3 mm (eventueel 4 mm)
  • Splitringen: maat 0/0
  •  Isolatiekous/zacht plastic tube: 0.75 mm binnendiameter (voor .020”staaldraad) 1.0 mm (voor .024”staaldraad)           ·         

·         
·        

3 opmerkingen:

MarcelP zei

Dag Alex,
Het is jammer dat je niet wat vaker op je website schrijft. Schitterend intro, erg goed informatief artikel. De foto's maken het helemaal compleet.Toch knap, geen vis in dit artikel, maar ik voel de beleving. Chapeau!!

M.v.g.
MarcelP

visser zei

Dank voor je reactie en je waardering Marcel. Komende tijd heb ik wat meer ruimte en heb me voorgenomen om inderdaad wat frequenter te gaan plaatsen. Er zit nog wel wat in de pen...

groet,
alex

Klaasjan zei

Geweldig stuk Alex. Ik las vandaag nog je verhaal over het vissen in de polder van Echten. Dit vervolg smaakt naar meer.