donderdag 8 november 2012

Beter dan de kermis


“Wat is de vakantie toch snel voorbij, kon ik maar terug in de tijd...”, zo verzuchtte mijn oudste zoon. Een week eerder strekte de herfstvakantie zich nog eindeloos voor hem uit, als een zee van tijd waarop hij zich helemaal vrij kon laten wegdrijven. Op weg naar onbekende bestemmingen en ongekende mogelijkheden. Zoveel mogelijkheden dat hij, zoals zo vaak aan het begin van een vakantie, niet eens wist wat hij zou gaan doen. “Gaan we naar de ijshal..zullen we gaan zwemmen...mogen we naar de kermis....?” Ja de kermis was er ook nog en oefende met zijn schelle geluiden, schitterende kleuren en de verlokkingen van te winnen prijzen een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit op jongens van 8 en 11 jaar oud. IJshal en zwembad vond ik prima, maar de kermis heb ik weten af te houden. Het vooruitzicht op een snel lichter wordende beurs maakte dat ik niet zoveel zin had. Bovendien denk ik dat de kermis nooit echt helemaal tevreden stemt. Elke attractie is immers leuk, maar de bevrediging is vaak maar kortstondig. En misschien is elke volgende attractie nog leuker, nog meer flitsend, nog nieuwer, mooier, beter... Eentje overslaan, waar een verantwoordelijke en financieel bewuste vader natuurlijk voor zorgt, is dan al snel teleurstellend. En dan heb ik nog niet eens de grijpers genoemd, verslaving bevorderende apparaten die pas echt leuk worden als je er ook iets uithaalt. Dat betekent dus geluk hebben of doorgaan en euro's blijven aanleveren...Volgend voorjaar maar weer eens...

Terug in de tijd. Of zoals de jongste het verwoordde: “ik zou alles willen stilzetten, behalve mijzelf, mijn vriendje en mijn broer, dan zouden we kunnen blijven doorrennen...” Ik zie het zo voor me. Hij zelf dus ook. Aan voorstellingsvermogen geen gebrek. Ik hoor het ze zo roepen, in navolging van Phineas Flynn: “Ik weet wat we gaan doen vandaag, laten we een tijdmachine gaan bouwen!”.

Het kost me ook weinig moeite om mijzelf te verplaatsen in de gemoedstoestand die onze jongens zo aan het eind van de vakantie parten speelde. Ik herken hun verlangen. Ook ik zou de tijd soms willen terugdraaien. Waarschijnlijk om te kunnen ontsnappen aan al die kleine en grotere dagelijkse beslommeringen. Terug naar toen. Het wanneer waarin de tijd inderdaad niet aanwezig leek. Naar een stemming van zorgeloze overgave. Overgave aan het lome gevoel van verveling en niks moeten. In vervoering van gespannen verwachting voor wat nog komen gaat. Berustend in de kalmerende zekerheid van het harmonieuze ritme waarin dagen, maanden en seizoenen zich aandienen en voorbij glijden. Een stroom van tijd. Indrukwekkend als de eb en vloed. Alle ruimte om niks meer te hoeven dan wat een jongen het liefste doet: zoeken, struinen en jagen langs de vloedlijn van die zee van tijd.


Maar de realiteit diende zich alweer aan met de garantie van school voor de jongens de volgende dag en voor mij zelf het werk. Terug in de tijd was vooralsnog niet mogelijk, behalve dan natuurlijk in jongensdromen en in de avonturen van Phineas & Ferb. Meer dan de klok een uur terugzetten zat er niet in aan het eind van herfstvakantie. Maar dat ene uur extra, dat is al een mooi uur. Een uur meer voor de kinderen om buiten te rennen, om zich lekker te kunnen vervelen, om zich het hoofd te breken over hoe het nu eigenlijk precies zit met zomer- en wintertijd, of (in het geval van onze dochter) om het huiswerk te maken...

Of natuurlijk meer ruimte om zelf even te ontsnappen. En wat is er dan beter om te gaan vissen... Op momenten die zich plots aanbieden, zo voor het grijpen. Een onverwachte mogelijkheid om vrij te komen van het drukke bestaan. Meestal zijn dit de beste visdagen, zomaar los van alles.

Wat nu het gevoel is dat een visdag tot een goede of 'de beste' visdag maakt, laat zich moeilijk beschrijven. Misschien is dit hele blog wel een poging daartoe. In ieder geval laat de waarde van die visdag zich niet in aantallen gevangen vis uitdrukken. Daar ben ik al wel achter. Slechte visdagen zijn er eigenlijk ook niet. Slechte dagen wel, maar af en toe kan zelfs vissen dat niet verhelpen...Soms is een gestolen ogenblik voldoende, even alleen weg van alles. De aanwezigheid van mijn vriend en vaste vismaat volstaat sowieso al. Treffend vond ik wat ik onlangs las op de site van de Wolf. Herkenbaar omdat ikzelf er gaandeweg ook achter ben gekomen dat de beste visdagen sporadische gelegenheden zijn. Kansen die zich zo nu en dan voordoen. Goede visdagen zijn die dagen die het verschil maken. De tegenstelling tussen moeten en kunnen, tussen vast en los. Het onderscheid tussen realiteit en die jongensdroom. Juist die verantwoordelijkheid voor de dagelijkse zorgen en bezigheden maken de uitbraak mogelijk. Zonder de toewijding geen vrijheid. Beiden zijn een kostbaar goed, maar de betekenis van een visdag is slechts betrekkelijk. Uiteindelijk zal de waarde van een goede visdag verborgen liggen in de zeldzaamheid.

berusting en uitrusting
In de voorbije herfstvakantie deden zich twee van die kansen voor. Letterlijk en figuurlijk buitenkansen, want de jongens en ik gingen vissen. Twee dagen erop uit. Twee zeer verschillende dagen. Bracht aan het begin van de week de zomer nog een laatste afscheidsgroet met een warme dag, de tweede dag aan het eind van de week leek, met de vorst 's ochtends in de lucht, de winter zich aan te kondigen. Dag één was het water vol leven nadat de ochtendmist eenmaal was opgetrokken. Jagende baarzen doorkliefden het oppervlak, voorns maakten kringen en snoeken sloegen spetterend en luidruchtig ontzagwekkende kolken in het water. Dag twee was het andere uiterste. Het water was stil, roerloos en koud als de lucht om ons heen. De frisse nachten van de afgelopen dagen hadden hun weerslag gehad op de watertemperatuur en navenant op de activiteit van de vis. Deze dag zou het zoeken worden naar de baarzen en snoeken.


Plaats van handeling was een recreatieplas in de buurt. Een mooi en gevarieerd water, bekend om het goede bestand aan karper, maar zeker ook prima voor snoek en baars. De afwisselde oevers maken het mogelijk om allerlei verschillende stekken aan te doen. Soms wat minder goed toegankelijk, dan weer open en zonder obstakels. Mooi voor mijn oudste zoon, om lekker te kunnen werpen en ervaring op te doen. Naast en deels in verbinding met de grote plas zijn nog allerlei interessante poeltjes en sloten. Een uitdaging voor de kunstaasvisser om hier tussen, langs en onder de talrijke overhangende takken en struiken de werpkunst te beoefenen. Iets lastiger voor mijn zoon, hoewel hij het werpen al behoorlijk onder de knie krijgt. In twee dagen versierde hij slechts éénmaal een boom met een spinner. De jongste vist nog niet met de werphengel. Hij ging mee omdat hij het leuk vindt om mee te gaan en vermaakte zich opperbest met struinen door bosjes en langs de oevers. Verder rende hij heen en weer tussen mij en zijn broer om de baarzen weer terug te zetten in het water. Ondertussen was er ook genoeg te zien en werd de jacht op vis even gestaakt om te speuren naar het ijsvogeltje waarvan we een glimp opvingen, werd het onderscheid tussen fuut en aalscholver (“wat is die vogel waarvan de snavel zo lang is als mijn middelvinger?”) duidelijk, en bleek de 'buizerd' die de jongste op de thermiek zag cirkelen een ooievaar.

In opgerolde hemdsmouwen....zelfs nog eind Oktober!
Zeker de eerste dag werd er ook goed gevangen. Baarzen en een paar snoeken. Ik heb ervan genoten om met de jongens op stap te zijn, om hun onbevangen kijk op de wereld te ervaren. En het gaf voldoening om te zien hoe mijn oudste zoon vist. Ik wist al dat hij er plezier in heeft. Ik herken in hem een echte visser. Een genieter, die zelfs wanneer hij niks vangt een mooie dag buiten heeft. En hij heeft oog voor die speciale stekken, de hoekjes en gaten. Hij voelt aan waar hij zijn moet, en laat zich niet afschrikken door die overhangende takken en verborgen boomstronken. In mijn ogen is hij een kenner in wording.

Een ding ontbrak nog. Hij had nog nooit een snoek gevangen. Ook niet op dag één in deze herfstvakantie. Niet dat hij het zo erg vond, maar ik had mezelf dat een beetje ten doel gesteld. Snoek spreekt immers tot de verbeelding, zeker bij de jonge jongens. Ik weet nog goed hoe blij ik zelf was met mijn eerste snoek, herinner mij nog de hengel, type spinner en precies de plek waar die memorabele vangst plaatsvond. Ik gunde hem een soortelijke ervaring. Dag twee zou dat moeten waarmaken. En daar hoefde ikzelf uiteindelijk weinig voor te doen. Peuterend en met precisie werpend, plaatste hij keer op keer zijn spinner onder het bruggetje waar hij ook al de grootste baars onder vandaan had gehaald. “Ik heb beet” klonk het plots. Een flinke kolk in het water verraadde dat het hier om een grotere vis ging. Snoek! Rustig en beheerst drilde hij de vis onder de brugpijlers vandaan. Eenmaal beneden aangekomen op de oever naast het bruggetje bij mijn zoon, stond ik klaar om het snoekje te gaan scheppen. Maar toen begon de molenslip te lopen en even later liet de snoek zich voor het eerst echt zien. Zelfs ik schrok ervan...dit was niet het snoekje dat ik verwachtte, dit was...dit was een monster...Na een aantal minuten en geholpen door wat aanwijzingen wist mijn zoon de snoek richting kant te dirigeren zodat ik met enige moeite (het net was wat aan de kleine kant) deze grote vis kon scheppen. Een echt grote, zij het nog wat magere, snoek lag op de kant. De grote vis, die op de kant nog niet geheel moegestreden bleek, moet een wat boosaardige aanblik hebben gegeven want de jongens hielden een respectvolle afstand, verbaasd als zij waren door de zeer grote ogen en uiteraard onder de indruk van de grote kop en rijen met tanden.


Ik zou pagina's kunnen vullen om te proberen de sfeer te schilderen met woorden en het gevoel van dit moment in beelden te vangen. Maar ik zou vast nog tekort schieten. Makkelijker en treffender is om het samen te vatten met de woorden van de visser die deze snoek op de kant kreeg: “pa, dit is nog beter dan de kermis”.

En zelf had ik weer een paar dagen kunnen vissen. Vrij en ongedwongen. Was weer even op die plek waar de tijd vervaagt. Met de knieën in de zompige ondergrond om de gevangen snoek te onthaken. De broek net zo smerig als die van de jongens. Een tijdlang los van alles, maar des te meer in verbinding.


3 opmerkingen:

spinner zei

Hallo mannen,

Wat een grandioos verhaal,en wat zal jij trots geweest zijn, je zoon zijn eerste snoek echt helemaal super,serieus kippenvel.

MVG Louise-Andre , en nog vele mooie visdagen met jou zoon,s.

PdeW zei

Prachtig stuk!

Anoniem zei

Hey Alex, Niels en Emiel,
Wat een paar prachtige dagen hebben jullie samen gehad, genieten tussen al die mooie herfstkleuren.
Wat heb je het weer mooi en treffend verwoord vismaat en als beloning ook nog wat gevangen.
Mooi hé dat drillen van en vis op de rapier!
En wat een kneiter van een snoek Niels, wanneer de winter nog wat langer op zich laat wachten dan moet je je vader nog maar eens vragen om te gaan snoeken.
In eind December, begin Januari liggen de 90-plusser en zelfs misschien wel een ''metertje'' voor het ''oprapen''
Groeten, lolle